donderdag 18 maart 2010

El Puto Niño

We zijn ondertussen al een paar dagen bezig aan de lange tocht van zuid naar noord, dwars door het binnenland van Australië. Tussen Port Augusta en Darwin is er voor een dikke 2500 kilometer alleen maar woestijn, met om de paar honderd kilometer een tankstation of noodtelefoon, en om de pakweg vijfhonderd kilometer een stad van een paar duizend inwoners. Maar 't zijn hier bizarre tijden in Central Australia... Drie dagen geleden naderden we Uluru, de gigantische rode rots die op politiek incorrecte verkeersborden nog altijd als “Ayers Rock” staat aangeduid, en we konden het regenwater van alle flanken naar beneden zien gutsen. Dagen na elkaar heeft het hier geregend, waardoor een aantal rivierbeddingen die bijna permanent droog staan plots meer dan 2 meter water moesten slikken. De zondvloed is hier nog maar net voorbij, maar je kan zien dat de wegen nog niet altijd even netjes opgeruimd zijn – hier en daar ligt de modder nog vrij hoog... Naast de weg krijgen we helemaal geen donkerrode woestijn te zien, maar wel een bijna lieflijk landschap met vers groen gras en bloemetjes – een bizar spektakel dat ze hier naar het schijnt maar om de zoveel jaren meemaken. Het zal wel “El Niño” zijn zeker? Die had in Nieuw-Zeeland ook al de schuld gekregen van de drie weken zónder regen in Milford Sound... Maar je hoort ons niet klagen: we hebben met open mond staan kijken naar de prachtige opaal in Coober Pedy en hebben enorm genoten van de fantastische natuurwonderen van Uluru, Kata Tjuta, Watarrka ("Kings Canyon" in de boekskes, maar wij zijn fan geworden van Aboriginal-woorden) en de West Macdonnell Ranges.

Aan het echte noodweer ontsnappen we dus voorlopig vrij goed – onze grootste zorg op dit moment zijn de onophoudelijke zwermen vliegen en sprinkhanen die de laatste dagen ons pad kruisen. Het is begonnen in het nationaal park van Flinders Ranges, toen ik er een “kijk eens waar ik ben geweest”-foto wilde maken van de monchichi die al vier en een halve maand trouw aan onze achteruitkijkspiegel bungelt – het heeft me een paar minuten gekost vooraleer er géén vlieg mee op de foto stond. En kijk ook maar eens hoeveel gevleugelde vriendjes Els meedraagt tijdens onze regenachtige wandeling rond Uluru... Gelukkig zijn we sinds enkele dagen gewapend met sexy vliegennetjes die we over ons hoofd draperen van zodra we onze bus verlaten.

Nog snel wat extra foto's van de afgelopen twee weken: een speelse koala die plots de straat overstak in Cape Otway, een verkeersbord op de hobbelige weg naar Parachilna (door een Ozzie die we die dag een paar keer tegenkwamen herhaaldelijk als “Perugia” uitgesproken), een menselijke rotsformatie in Simpsons Gap in de Macdonnell Ranges, de prachtige Ochre Pits -een soort breuklijn in de rotsen waar de Aborigines gedurende duizenden jaren hun kleurstoffen haalden- en een zwemmende sprinkhaan- en muggenhaatster in de Ormiston Gorge...
















1 opmerking:

  1. Je af en toe es wassen helpt natuurlijk ook tegen de vliegen, Tomasinho.

    BeantwoordenVerwijderen