dinsdag 6 juli 2010

De gustibus

Gerechtigheid is geschied: het lied "Down Under" van Men at Work, waarschijnlijk hét Australische lied bij uitstek (al is het maar omwille van de vermelding van vegemite, dat vreselijke boterhamsmeersel) is dan toch gedeeltelijk vrijgesproken van plagiaat. Wij vonden in ieder geval dat de klacht van de platenmaatschappij onterecht was: kijk hier maar even mee... Geef ons dan maar de échte lach van de omnipresente kookaburra, ons favoriet geluid om 's morgens mee wakker te worden.

En waar wij ons ondertussen mee bezig houden, nu we toch alweer een maand terug thuis zijn? Ordenen van foto's en dagboeken, werk zoeken, huis zoeken, ... en lijstjes maken. Misschien eens beginnen met de beste boeken die de afgelopen maanden in onze bagage hebben gezeten: El Último Catón (Matilde Asensi), The Killing Art (Jonathan Santlofer), Long Walk to Freedom (Nelson Mandela) en zelfs ook een beetje De Helaasheid der Dingen (Dimitri Verhulst) en Alles is verlicht (Jonathan Safran Foer), maar vooral: A Fine Balance (Rohinton Mistry) en Kind 44 (Tom Rob Smith).

dinsdag 1 juni 2010

Het Oog van de Naald

Ik kan me niet herinneren dat stress en machteloosheid mij ooit bijna de tranen in de ogen hebben doen schieten. Edoch, gisterenmorgen was het zover: 5.45 op de luchthaven van Denpasar, Bali. Ingepakt en klaar, ruimschoots op tijd, de eerste passagiers aan de incheckbalie van de Air Asia-vlucht van 9.00 naar Perth. "Welcome on board, mister Els. But, mister Thomas, there is a problem with your passport." Big big problem, want Air Asia wou natuurlijk niet het risico lopen om me eerst mee te nemen naar Perth en me dan terug mee naar Bali te moeten nemen. Of we online geen visum konden aanvragen, er was naar het schijnt een internetterminal in de aankomsthal van de luchthaven. Een nieuw visum? En ik die dacht ik nog tot oktober in orde was? Maar goed, we hadden niet veel tijd te verliezen, dus in looppas naar daar... voor een nieuwe koude douche: "Sorry sir, internet closed until 10.00. But there is hotspot in lounge, after customs". Snel nadenken, worst case scenario uitgedokterd: we splitsen geld, papieren en handbagage en nemen voorlopig afscheid, Els gaat voorbij de douane en probeert daar mijn visum te regelen en dan terug te keren naar de incheckbalie. Als dat niet lukt vliegt Els naar Perth en kom ik achter zodra mijn papieren in orde zijn. Naar Perth, of als dat te lang duurt meteen naar Singapore...

Gelukkig is ondertussen het computersysteem van de luchthaven uitgevallen, dus heel de check-in van onze vlucht loopt een serieuze vertraging op. Internet in de lounge blijkt al een even grote farce te zijn als in de aankomsthal, maar gelukkig (be)staan er telefooncellen - Els krijgt eindelijk iemand van de Immigratiedienst in Canberra aan de lijn. Tot onze verbijstering blijkt dat ik met mijn visum wel tot een eind in 2011 in Australië mocht blijven hangen, maar dat ik na 22 april 2010 niet meer het land in en uit mocht... Ik mag dus inderdaad Australië niet meer binnen, tenzij Air Asia meewerkt en me een "electronic travel authority" uitschrijft. Een half uurtje later, we staan opnieuw -samen- aan de incheckbalie van Air Asia, het kan ons even niet schelen dat we honderd andere geïrriteerde passagiers voor onze vlucht hebben moeten voorbij steken. Air Asia: "Sorry, we are not authorised to make you a visum". Els, onverstoorbaar: "We do NOT need a visum, what he needs is an electronic travel authority!"

De Air Asia mensen zijn ons een beetje beu en roepen Deddy Winawan erbij - lang leve de supervisors! Natúúrlijk -alsof er tijd te veel is- wil hij eerst zelf nog naar Canberra bellen en ons uitleggen dat we op internet zo'n ETA kunnen downloaden. "Euh, internet, iemand?" Mister Winawan neemt ons mee achter de check-in en geeft ons een computer waar we zelf online kunnen. 't Was natuurlijk voorspelbaar: de website van de Australische immigratiedienst loopt vast en ondertussen zijn alle andere passagiers op onze vlucht ingecheckt en verdwenen naar de gate... Maar Winawan wil nog één ding proberen: bellen naar Canberra en de boel over de telefoon regelen. Hij gaat een eindje op wandel met zijn gsm en mijn paspoort en dan, plots, verschijnt een magische, ontwapenende glimlach op zijn gezicht. "Enjoy your flight, Mister Thomas!" Ik denk dat ik nog nooit door zo een klein oog van de naald ben gekropen. En inderdaad: ik had niet verwacht zó blij te zullen zijn om eindelijk uit Bali te mogen vertrekken!

Ah ja, want we zijn natuurlijk toch een maand in Java en Bali geweest en hebben dus gelukkig nog wel wat andere dingen mogen meemaken dan administratieve rompslomp. Tien dagen lang rondgetrokken door het overbevolkte Java en ons Indonesisch geoefend met Nick, een geestige Brit op langdurige Azië-reis. Ons laten aanstaren in het vreselijk drukke en vervallen Surabaya - het leek of er in geen jaren een buitenlander was geweest. Per fietstaxi ons laten rondrijden door de ondergelopen straten van Probolinggo - er was de laatste dagen zoveel regen gevallen dat we zelfs ons plan hebben laten varen om de Bromo-vulkaan te beklimmen. Staren naar straffe surfgolven in Pangandaran en Kuta. Eindeloos lange en hobbelige busritten, constant vergezeld door kleine of grote orkestjes, verkopers van gedroogde bananen en zelf gebrouwde geneesmiddelen, of waarom niet: een spartelende kip in een papieren zak, onderweg naar een lokale markt. Onvoorstelbaar mooi snorkelen boven het wrak van een Amerikaans oorlogsschip in Tulamben en op het zalige verkeersvrije eilandje Gili Air (met prachtig zicht op een andere vulkaan, de Gunung Rinjani). Scootertrips naar mistige tempels in het binnenland van Bali: mooi weer op de heenweg, de traditionele wolkbreuk tijdens de terugweg een paar uur later. Twee voorstellingen met de typische monotone herrie van een Gamelan-orkest: eentje met een schaduwspel van leren poppen in Yogyakarta en eentje met hevig geschminkte Legong-dansers in Ubud. Prachtige tropische bloemen, onbetrouwbaar grijnzende wilde makaken en eeeeeiiiiiiindeloze rijstvelden - "enyoy our beuatipul raice padi"

Maar 't is bijna voorbij: we zijn terug in Perth en hebben net ons akkoord gegeven voor de verkoop van de bus. Vrijdag sluiten we onze rekeningen af, zaterdag ruilen we huize De Waele - Van der Eecken in Perth voor huize Cooreman in Singapore, zondag zitten we nog een nachtje op het vliegtuig en maandag 7 juni om 11.05 landen we met vlucht British Airways 392 uit London Heathrow in Zaventem. Met Hilde hebben we al een vrijwilliger die ons komt ophalen, maar wie zin heeft om zijn of haar eigen spandoek te komen uitrollen is altijd welkom. De vraag is: zullen jullie ons nog wel herkennen na al die ontberingen van de laatste maanden ;)





























woensdag 12 mei 2010

Cianjur :-)

Selamat Pagi! Kleine correctie, we waren de afgelopen dagen niet in Ciurjan maar in Cianjur - vandaar dat je zelfs via Google Maps niet kon vinden waar we drie dagen in een homestay-programma hebben meegedraaid. Logeren bij mensen thuis, mee gaan kijken naar een senior high school graduation (honderden opgedirkte pubers die met ons op de foto wilden), vanachter op de scooter meerijden tussen theeplantages en rijstvelden, en gewoon worden aan de waarde van de rupiah (4000-5000 rupiah voor een flesje water). Plezant! Ondertussen zijn we in Yogyakarta aanbeland, de culturele hoofdstad van Java, met vooral opnieuw heel druk verkeer, hevige stortbuien, de indrukwekkende tempels bij Prambanan (morgen naar Borobudur), opdringerige fietstaxi's, Els die lokale batik leert maken en ik die me verdiep in Bahasa Indonesia, het soort Esperanto dat de nationale taal van Indonesie is maar eigenlijk niemands moedertaal is... Nog geen idee wat we de komende dagen gaan doen, we zien wel...

dinsdag 4 mei 2010

Ciurjan

We zijn er. In Ciurjan, een paar honderd kilometer van Jakarta. Super is het hier! En we hebben een lokaal telefoonnummer: +62 (denk ik dat de landcode van Indonesie is) en dan 87770093202. Groeten en tot hoors!

zaterdag 1 mei 2010

Batavia

Na al die saaie steden en dorpen van de afgelopen maanden, blijft Fremantle ons positief verrassen. Tussen onze pogingen om de auto te verkopen door, hebben we ook wel al wat tijd gehad om de stad te verkennen. Vorige week mochten we met Tineke en Bert een dagje meevaren naar Penguin Island, gisteren zijn we een kijkje gaan nemen naar het prachtige Fremantle Art Centre en morgen gaan we naar het Maritiem Museum, waar onder meer de wrakstukken liggen van het Nederlandse schip "Batavia" dat hier in 1629 voor de kust op de klippen is gelopen.


Over Batavia gesproken: daar gaan we morgenavond naar toe. Of beter gezegd, naar Jakarta, zoals de hoofdstad van Indonesië nu heet. Beter dan hier nog vier weken nagelbijtend rond te lopen (we krijgen voorlopig geen goede prijs voor ons busje), breien we nog een extra hoofdstuk aan onze reis: een trip van een maand van Jakarta tot in Bali. Rondtrekken met openbaar vervoer, overnachten in kleine pensionnetjes, boeddhistische tempels, vulkanen, snorkelen, lezen, misschien wel surfen - aan prettige vooruitzichten is er geen gebrek. Op 1 juni vliegen we van Bali terug naar Perth voor onze laatste dagen in de omgeving van Fremantle. Als de bus -die heel de tijd op de oprit van Bert en Tineke mag blijven staan- dan nog niet verkocht is, doen we hem naar een garage die ons een koopprijs had aangeboden waar we, als het echt niet anders kan, toch nog akkoord mee kunnen gaan. En dan zit het er bijna op... :-(

Maar vrees niet: 't verhaal is dus nog niet afgelopen, meer zelfs, er komen vast en zeker nog spannende avonturen van op onze volgende bestemming!

zaterdag 24 april 2010

Golven en karri's


Na een aantal nachten in het heel comfortabele logeerhuisje van Tineke en Bert (we hebben hier zelfs onze eigen douche en toilet!) hadden we toch zin gekregen om er nog eens op uit te trekken - een lus van een paar dagen in de omgeving van Perth lag dus voor de hand. Onze vijfdaagse in het zuiden van Western Australia hebben we alweer achter de rug, en het was de 2000 kilometer meer dan waard! Woeste golven en blowholes (gaten in de rotsen waardoor zeewater naar boven spuit) in Prevelly en Albany, gigantische eucalyptus-bossen in Pemberton en Denmark, en met Elephant Cove (de laatste foto van het rijtje hieronder) hebben we een nieuw strand dat in onze Australische Top 5 binnenkomt.


Bij Pemberton, wat meer in het binnenland, staan een aantal karri-bomen van 60-70 meter hoog die door de lokale brandweerdiensten werden gebruikt als uitkijkposten en ondertussen zijn omgevormd tot klimtorens voor toeristen - als ze hun hoogtevrees onder controle krijgen. Het uitkijkterras boven in de karri swingt bij een stevige wind tot anderhalve meter uit het lood, en als je tijdens je klim over de spiraalvormige trap van metalen staven naar beneden durft kijken... Fiew! Zoals we daar op onze benen hebben staan trillen, het was waarschijnlijk niet meer mooi om aan te zien. En wij die dachten dat we na onze tocht in februari langs de Tongariro wel onze zwaarste fysieke inspanning van deze reis achter de rug hadden... Fout! We moesten eerst nog op handen en voeten uit de karri naar beneden kruipen, en -zonder overdrijven- vandaag, na vier dagen, voelen we het nog altijd in onze bilspieren.

Als er van ons reisbudget nog iets meer over was, hadden we misschien ook nog surflessen gevolgd in Yallingup of een voorraadje wijn meegebracht uit de mooie herfstige wijngaarden van Margaret River. Maar we kunnen niet aan álles meedoen dat de reisgidsen ons suggereren... En oh ja, belofte maakt schuld: hier nog een paar foto's van ons bezoek bij zonsopgang aan het bizarre woestijnlandschap van de Pinnacles, 200 kilometer ten noorden van Perth.



zaterdag 17 april 2010

Go West

Eindelijk hebben we Perth, de hoofdstad van Western Australia, bereikt - net een dag voordat de stad de voorpagina's haalde met de verrassende crash in de Swan van een sportvliegtuig dat dit weekend had moeten deelnemen aan de Red Bull Air Race. We verblijven in Fremantle, 150 jaar geleden niet meer dan de haven van Perth, maar nu een prachtig stadje met een heel eigen sfeer en stijl - iets wat we hier in Australië nog niet zo vaak gezien hadden. Qua accommodatie konden we het niet beter treffen: we mogen logeren in de art studio van Tineke en Bert, expats uit Sint-Niklaas en Deinze die hier hun nieuwe thuis vonden, met echte Aussie-attributen zoals een eigen vissersboot, een zwembad, een grote barbecue op wielen en een passie voor het voetbal (eigenlijk een soort rugby) van de Fremantle Dockers. Het is vanuit Perth dat we begin juni het vliegtuig naar België nemen (lees: als ondertussen de wolken boven Zaventem zijn opgetrokken), dus we zijn hier ook meteen begonnen met het te koop zetten van onze bus. We hebben zo ongeveer alle hostels en campings van Perth, Fremantle en omgeving afgedweild met "for sale"-affiches en hopen nu dat er snel iemand opdaagt met een interessant bod... In afwachting van reacties vertrekken we morgen -maandag- nog voor een paar dagen naar het zuiden van Western Australia: haventjes aan de Indische Oceaan, de beste surfgebieden van Australië, oerwouden met de hoogste bomen van het land en topwijngaarden... Hopelijk wordt het een mooie climax van onze reis!

De laatste weken hebben we nog een paar andere hoogtepunten van onze trip meegemaakt. Na ons bezoek aan het sfeervolle Broome -heel het stadje leek wel in de ban van de volle maan- hebben we vier dagen doorgebracht in het snorkelparadijs van het Ningaloo Reef. De koralen en de fenomenale variatie aan vissen en kleine zeebeestjes ligt er binnen handbereik: op de meeste plaatsen moesten we van het strand maar 10 meter in zee gaan, even diep ademhalen, en hop... ons laten meedrijven met de zeestroming. Prachtig! En ondanks de schoolvakantiedrukte op de campings was het in het water heel rustig - de meeste Australiërs gaan blijkbaar vooral naar de kust om er met quads over het strand te scheuren, bier te drinken op de camping of een hele dag naar hun vislijn te staan kijken...


Onze volgende stop langs de westkust van Australië was Shark Bay, een gigantisch gebied dat een paar jaar geleden op de lijst van het Wereld Erfgoed werd opgenomen, omdat er stromatolieten -een soort prehistorische bacteriën, kijk maar op wikipedia- voorkomen en omdat er enorm veel zeegras groeit... Op het eerste zicht niets bijzonders, maar wij hadden een extra reden om er naartoe te gaan: we hadden ons opgegeven om er een aantal dagen te gaan helpen als vrijwilligers bij het voeden van dolfijnen, een soort toeristenshow die al sinds de jaren '60 honderden mensen per dag naar het strand van Monkey Mia lokt. Samen met een paar andere buitenlanders (twee Duitsers, twee Romeinen, een Bretoen en Aram uit Zuid-Korea) hebben we er vier dagen lang voedsel voorbereid, meteorologische data verzameld, toeschouwers geteld én twee keer per dag met onze voeten tussen de dolfijnen rondgewaad - héél speciaal was dat!





Van de ene bizarre plaatsnaam naar de andere: van Monkey Mia (genoemd naar een Aziatische scheepswrak "Monkey" en "Mia", een Aboriginal woord voor "huis") naar Cervantes (genoemd naar een Spaans scheepwrak), onze uitvalsbasis voor een bezoek aan het nationaal park van Nambung, waar een paar duizend mysterieuze kalkstenen pinakels uit de woestijn omhoog rijzen. Maar de foto's daarvan laten we hier wel een volgende keer achter...